Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Organisatiewet Kadaster

 

Artikel 16
1
Er is een gebruikersraad.
2
De gebruikersraad bestaat uit een kamer voor de diensten die verband houden met in elk geval de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a, b, d, e, i, j, k en l, van de Kadasterwet, en een kamer voor de diensten die verband houden met in elk geval de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen c, f, h, j, k en l, van de Kadasterwet.
3
Bij het reglement, bedoeld in het zesde lid, kan het bestuur de werkzaamheden van een kamer uitbreiden tot diensten die verband houden met een taak die aan de Dienst is opgedragen krachtens artikel 3, tweede lid, van de Kadasterwet of bij of krachtens een andere wet.
4
Tot de personen die zitting hebben in de gebruikersraad behoren in elk geval een vertegenwoordiger van:
a
notarissen;
b
tussenpersonen in onroerende zaken;
c
iedere minister die gebruik maakt van geografische gegevens;
d
provincies;
e
gemeenten;
f
waterschappen;
g
grondroerders als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten en
h
beheerders als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
5
De gebruikersraad heeft een secretariaat.
6
Het bestuur regelt nader bij reglement:
a
de samenstelling van de gebruikersraad;
b
de wijze waarop de organisaties van gebruikers van door de Dienst geleverde diensten gerechtigd zijn een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger in een of beide kamers van de gebruikersraad aan te wijzen en
c
de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder een kamer van de gebruikersraad voor een of meer taken een commissie kan instellen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •